'HET WAS MAAR EEN GRAPJE...'

'HET WAS MAAR EEN GRAPJE...'

Het was maar een grapje

“Het was maar een grapje!” Femke heeft dit zinnetje maar al te vaak gehoord. Voor haar zijn het helemaal geen grapjes. Ze voelt zich somber, heeft vaak buikpijn en wil niet meer naar buiten.

Pesten heeft een enorme impact op kinderen. Het is een ingewikkeld probleem, dat niet vanzelf weggaat. Dit komt onder andere doordat er een groepsdynamiek heerst, waarbij ieder kind zijn eigen rol speelt. In dit artikel vertellen we je meer over pesten, de groepsdynamiek en jouw rol als ouder.

PLAGEN OF PESTEN?

Wanneer spreken we van plagen en wanneer is het pesten? Ieder kind maakt weleens een grapje over een ander, of is het onderwerp van iemands grapje. Dit noemen we plagen: je kunt er de humor van inzien en weet dat het niet kwaad bedoeld is. Een beetje plagen op z’n tijd is prima en daar is ook niets mis mee.

Als een grapje uit de hand loopt of erop bedoelt is om iemand te kwetsen, uit te lachen of buiten te sluiten, dan noemen we het pesten. Pesten is een vorm van agressie en is bedoeld om iemand anders pijn te doen.

CYBERPESTEN: HET COCKPIT EFFECT

Online pesten, ook wel cyberpesten genoemd, is al jaren een groot probleem onder jongeren. Online pesten is namelijk erg laagdrempelig voor de pesters. Ze zien de reactie van de ander niet en daardoor ontbreekt het aan empathie: ze zien letterlijk niet welke schade hun woorden aanrichten en hoeveel verdriet dit veroorzaakt bij het slachtoffer. Dit noemen we ook wel het cockpiteffect; de ruimtelijke scheiding tussen pester en slachtoffer is zodanig groot, dat de pester geen empathie voelt voor de schade die hij/zij aanricht.

GEVOLGEN VAN PESTEN

Pesten leidt vaak tot schaamte, onzekerheid en angst. Ook op latere leeftijd kan iemand er nog flink last van hebben. Daarom is het belangrijk om je kind te helpen, ongeacht zijn rol in deze pest-situatie. Als ouders ben je bezorgd. Misschien voel je je verdrietig, boos en machteloos. Ontvang jij signalen dat jouw kind in een pest-situatie zit? Kijk hier wat jij kunt doen.

DE PESTER, GEPESTE EN MEELOPER

Bij pesten zijn meestal drie partijen betrokken: de pester, de gepeste en de meeloper.

Iemand die pest is vaak zelf onzeker of misschien zelfs jaloers. Met een ‘stoere’ houding probeert hij/zij dit te camoufleren. Het kan ook zijn dat de pester geen betere manier kent om problemen op te lossen. In alle gevallen zou je het pestgedrag kunnen zien als een vraag om hulp. Dit wordt vaak niet zo geïnterpreteerd, maar kan wel heel helpend zijn voor de pester én het slachtoffer.

Kinderen die gevoeliger, bedachtzamer en rustiger zijn, lopen soms meer kans om het slachtoffer van pesten de worden. Soms belonen ze onbedoeld met hun gedrag de pester. Bijvoorbeeld doordat ze van streek raken, gaan huilen of toegeven.

Meelopers zijn kinderen die in meer of mindere mate actief meedoen aan het pestgedrag. Ze volgen het voorbeeld van de pester en gaan hierin mee. Ook als kinderen alleen toekijken en geen actieve rol innemen, zijn ze meelopers. Niets doen is dus eigenlijk ook een vorm van pesten. Meelopers doen dit vaak uit zelfbescherming en om te voorkomen dat zij zelf slachtoffer worden.